Schagen, het stadje, heeft al een centrumfunctie van voor het jaar 1000. In het jaar 1415 verkreeg het van Willem VI stadsrechten. Vanuit de wijde omtrek werden landbouwproducten, dieren en huisnijverheidsartikelen naar het centrum van Schagen aangevoerd. Op het Schager marktplein kwamen vraag en aanbod bij elkaar en werden de producten met een handklap van eigenaar gewisseld. Om de markt groeide Schagen uit tot de stad die we nu kennen met in de eerste schil rondom kerk en markt de horeca, in de tweede de winkels en in de derde schil de bewoning.
In 1463 kreeg Schagen het recht op het houden van twee jaarmarkten en een weekmarkt. In 1603 kwam er het recht op een jaarlijkse paardenmarkt bij.
Schagen kon in de gouden eeuw niet echt profiteren van de nieuwe rijkdom. Het achterland was in de voorafgaande eeuwen zwaar getroffen door overstromingen en het water van de Noordzee klotste tegen de poorten van het Stadje. Mede door de inpoldering van het omliggende gebied kon Schagen in de 19e eeuw economisch weer tot bloei komen. Met name de veemarkt speelde daarbij een belangrijke rol. Toen in 1865 de spoorweg tussen Alkmaar en Den Helder in gebruik werd genomen ontstond er een groot afzetgebied van en voor de regionale producten. Schagen had toen ongeveer 2000 inwoners.
De weekmarkten kenden hun normale aanbod maar de markt 10 dagen voorafgaande aan het paasfeest was veel groter, met een veel ruimere invulling. De mensen waren en zijn bereid dit feest van de opstanding en het einde van de vastenperiode uitvoeriger te vieren. Daar speelt het aanbod uiteraard op in. Boeren die dieren over hadden zorgden ervoor dat dit vee op zijn paasbest eruit zag, vetgemest solliciterend naar de hoogste prijs. Slagers liepen trots met hun aankopen door het dorp om hun waar aan te prijzen.
Met het toenemen van de bevolking maar ook het toenemen van de vervoersmogelijkheden werd deze paasmarkt steeds belangrijker en 125 jaar geleden is de “Vereeniging tot het houden van Jaarlijksche Paaschtentoonstellingen van Vee te Schagen opgericht”. Deze vereniging is opgericht door de heer H. de Leve, een veehandelaar uit Purmerend. H. de Leve organiseerde op 30 maart 1893 in het Noordhollandsch Koffiehuis een bijeenkomst met als onderwerp het bespreken van de belangen voor de verkoop van vee in Schagen. Drie weken na deze bijeenkomst vond op woensdag 14 maart 1893 de eerste officiële Paasveetentoonstelling in Schagen plaats.
De reden om de eerste Paasveetentoonstelling te houden in 1893 was om de boeren in gelegenheid te stellen hun producten of dieren meer onder de aandacht van het publiek te brengen. Het doel hiervan was het vergroten van de verkoopmogelijkheden en het verhogen van de winst van de boeren. Daarnaast wordt de Paasveetentoonstelling georganiseerd om de samenwerking tussen diverse boeren te vergroten. Deze doelstellingen zijn heden ten dage nog steeds relevant. Het wedstrijdelement deed zijn intrede: het vee werd gekeurd en de winnende slager kreeg nog meer aandacht.
Het aangeboden vee is sindsdien van vetgemeste melkkoeien veranderd in dieren die speciaal voor de slacht gefokt zijn: het luxe slachtvee. Kippen en konijnen vormen nog steeds een onderdeel van de tentoonstelling; paarden, varkens en schapen doen dat om veterinaire redenen en strenger overheidsbeleid niet meer. In de plaats daarvan heeft een grote show van landbouwmachines de markt versterkt.
In de 125 jaar dat de vereniging bestaat is de tentoonstelling een paar keer niet doorgegaan, oorlog en MKZ waren daar debet aan.
In 1993 bestond de Vereeniging tot het houden van Jaarlijksche Paaschtentoonstellingen van Vee te Schagen 100 jaar. Dit jubileum is volop gevierd en bekroond met de Koninklijke Erepenning. Bij het jubileum is tevens een herrinneringsboekje uitgegeven, wat geschreven is door Volkert J. Nobel. De hoogtepunten worden hieronder vermeld.
10 dagen voor Pasen Sinds 1894 wordt - op de woensdag - tien dagen voor Pasen de paasveetentoonstelling gehouden. Na een periode van vasten wilden de Noord-Hollanders met Pasen het beste van het beste vlees op tafel. Slagers gingen al ruim van tevoren op zoek naar een prima rund. Er kwamen speciale markten met tentoonstellingen en een wedstrijdelement. Slagers kochten bekroonde dieren, die tot 1940 trots aan de klanten in stad of dorp werden getoond.
Dikbillen Vanaf de jaren ’60, toen de keizersnedetechniek sterk verbeterde, kwamen de zogenoemde dikbillen op: runderen met veel en mals vlees. Begin jaren ’80 waren deze runderen enige tijd in opspraak, vanwege het gebruik van groeibevorderende middelen. In en rond Schagen zijn er sinds de jaren ’60 een aantal slagers die als hobby vee afmesten. Naast rundvee werden ook paarden, schapen en vette varkens tentoongesteld en gekeurd. Vooral sinds de oorlog is er ook een presentatie van de nieuwste landbouwwerktuigen.
Openluchttentoonstelling In 1993 waren er nog in tien plaatsen in Nederland paasveetentoonstellingen. Hiervan zijn er thans nog twee over, te weten in Rhenen en Schagen. Schagen is de enige Paasveetentoonstelling in de open lucht. Wegens veeziekten en strengere overheidsmaatregelen worden de tentoonstellingen steeds schaarser.